Er bestaan verschillende methoden voor het duurzaam opwekken van warmte. Het verschil ligt vooral in de brandstoffen ofwel energiedragers die worden gebruikt. Hellebrekers biedt haar klanten de keuze uit een brede set methoden. We adviseren hen bij het maken van de beste keuze.
Warmtepompsysteem
Met een warmtepomp wordt energie onttrokken uit de lucht, de bodem of het grondwater. Vervolgens wordt deze energie omgezet in bruikbare energie om het gebouw te verwarmen. Warmtepompen hebben een zeer hoog rendement, waardoor het verbruik van fossiele brandstoffen sterk gereduceerd wordt. Het warmtepompsysteem draait weliswaar op elektriciteit, maar wanneer (een deel van) de benodigde stroom zelf wordt opgewekt – bijvoorbeeld door zonnepanelen – wordt het stroomverbruik alsnog verlaagd.
Warmtekrachtkoppeling
Bij warmtekrachtkoppeling (WKK) wordt tegelijkertijd warmte en elektriciteit geproduceerd met behulp van een motor die op één brandstof draait. Dat kan een fossiele brandstof – stookolie of aardgas – zijn, of hernieuwbare brandstof – biogas of biomassa. Door het draaien van de motor wordt enerzijds elektriciteit opgewekt. Anderzijds wordt er warmte geproduceerd vanuit het koelsysteem van de installatie. Deze warmte kan worden ingezet voor verschillende verwarmingsdoeleinden, zoals verwarming van het gebouw en verwarming van water voor sanitaire voorzieningen of processen.
Biomassaketel
Een biomassaketel is een houtgestookte ketel die bijvoorbeeld houtpellets of houtsnippers als brandstof heeft. De ketel is een fossielvrij alternatief voor de CV ketels op gas. In sportcomplexen worden biomassaketels vandaag de dag ingezet voor de verwarming van het gebouw, zwemwater, tapwater en douches. De warmtevraag bepaalt hoeveel hout (biomassa) automatisch naar de ketel wordt toegevoerd. Het gebruik van hout als brandstof is klimaatvriendelijker dan gas: het leidt tot minder uitstoot van CO2 dan gas.
Zonneboilersysteem
Een zonneboiler zet straling van de zon om in warmte. De boiler bestaat uit zonnecollectoren en een voorraadvat met water. Door de buizen (heatpipes) van de collectoren stroomt een speciale vloeistof die verwarmd wordt door de zon. De buizen waar de vloeistof doorheen stroomt, lopen van de collectoren naar het voorraadvat. In het voorraadvat geven de buizen warmte af aan het water. Dit water kan vervolgens dienen voor de verwarming van het tapwater of voor andere gebouwgebonden installaties.
Warmte- en koudeopslag systemen
In een warmte/koude opslag installatie wordt bodemenergie gebruikt voor het verwarmen en koelen van gebouwen. Grondwater wordt hierbij benut als energiebuffer. In de zomer kan een gebouw gekoeld worden door het koude water op te pompen. Het water neemt de overtollige warmte uit het gebouw op, waarna het opgewarmde water in de buffer wordt geïnjecteerd. Zo ontstaat een warmtebron. ’s Winters wordt een gebouw verwarmd door het warme water uit de buffer op te pompen en wordt het afgekoelde water weer in een koudebron geïnjecteerd. Voor een goede werking van deze systemen dient er wel een goede balans te zijn in de koude- en warmtevraag van het gebouw.